Proost, op Mr. G.B.J. en de toestand in de wereld.
Die toestand was niet zo best, daar waren ze het over eens.
Van West Afrika tot Noord Pakistan was er oorlog. En dan vergaten ze nog een paar gebieden in en om Rusland en China. Het is derde wereldoorlog. Zeker weten.
Proost. Proost, op de derde wereldoorlog..
En ook onze jongens waren vechten mee in die oorlog. Maar het mocht hier natuurlijk geen oorlog genoemd worden, dat is een oude vaderlandse traditie. De wrede oorlog die het leger uitvocht in ons Indiƫ, dat we trouwens nooit weg hadden moeten doen, in de jaren 40 werd aan het volk verkocht onder de naam Politionele Acties. En nu werden onze jongens naar het front gestuurd onder het mom van Vredesmissies of Trainingsmissies. Ja, de spindokters en pr-wizards trokken weer een mooi rookgordijn op.
Proost, op de Nederlandse jan soldaat.
Een van de mannen, met een baardje van drie dagen, en in een duur poloshirt, bestelde nog twee bier en liet zich ontvallen dat zijn schoonvader al die leger inzet in het verre buitenland maar niks vond. Hier te lande moesten onze jongens zijn. Ze zouden ze hier op de hoek van de straat neer moeten zetten, als dam tegen de golf van geweld die dit land teisterde.
Proost, op die ouwe.
Op hetzelfde moment liepen twee oudere dames langs het terras, gearmd, haren strak gewassen en gewatergolfd, en ze hadden het geschreeuw al van verre gehoord en stopten even. "Ik hoorde dat net en ik ben het anders helemaal eens met die schoonvader van je", zei een van de dames met een fanatieke blik in haar te opzichtig blauw opgemaakte ogen, “ een verstandig man, moet je eens kijken wat voor puinhoop het is met al die schietpartijen, laatst is er nog een17-jarige jongen zomaar doodgeschoten in een speeltuin hier om de hoek, terwijl niemand weet waarom en de politie niks doet,
Het leek wel een maffiafilm”. De andere dame knikte bemoedigend.
“Goed zo schat, je hebt helemaal gelijk, je bent tegenwoordig je leven niet meer zeker hier in Oost, voor je het weet heb je een mes in je rug. Die toestand in de wereld wordt steeds gevaarlijker, en binnenkort wordt het weer oorlog, wat ik je zeg”.
Daar was de bardame met de twee verse biertjes. Met een resoluut gebaar hief een van de mannen het glas, stond op en verkondigde op luide toon:
“Nou mevrouw, ik wil graag een toost uitbrengen. Op de toestand in de wereld. Op Mr. G.B.J. Hiltermann, als U nog weet wie dat is, waar is hij als je hem nodig heb, terwijl hij juist nu zo hard nodig is? En waarom had niemand hem opgevolgd? En kijkt U wel een beetje uit vandaag? Prettige dag nog, hopelijk overleefd U hem.”
“Ach val om, hangjas met je kapsones” klonk het snibbig uit de dieprood gestifte lippen van een der dames, waarna ze haar gezellin een arm gaf en de twee in een hoog tempo weg marcheerden.
Een luid en duidelijk “Proost, op de toestand in Amsterdam Oost” galmde hen achterna vanaf het terras.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten