Een duo. Nummer 1: een breed glimlachende gladjakker met een vlassig, keurig geknipt baardje. Zijn kompaan: Zit op een scootmobiel. Draagt een kaboutermuts. Een zwakzinnige grijns. Ongeschoren.Hobbelt achter gladjakker aan.
Plek: de afdeling literatuur van de bieb. De gladjakker knoopt een gesprek aan met een groepje jongens. Op gedempte toon en met een samenzweerderig gezicht. Maakt brede armgebaren. Zwaait met zijn koffertje. Kabouter ijsmuts hangt onderuit op zijn scootmobiel. Zou hij gaan kwijlen? De jongens reageren verveeld. Lusteloos. Afwijzend
Vervolgende slachtoffers: twee leuke meisjes. Kabouter ijsmuts gaat gevaarlijk grijnzend bij de knapste staan. Zou hij nu gaan kwijlen? De meisjes weigeren een folder. Schudden resoluut nee. Zo te zien zijn ze heel ervaren in nee zeggen tegen mannen.
Zijn dit misschien Zendelingen? Brengers van de Blijde Boodschap? Het Ware geloof? Verkopers van mobiele telefoons? Ziektekostenverzekeringen?
Ze komen op mij af. Of is belangstelling heb in geestelijke ontwikkeling? Of ik geld wil verdienen? Wat verkopen jullie, vraag ik. Ze zeggen dat ze niks verkopen, daar gaatt het niet om. Dat klinkt naar windhandel. Oplichting. Weg met die gasten. Dus. Ik wens ze een prettige dag. Kent U dan misschien andere mensen die wel zich geestelijk willen ontwikkelen of extra geld willen verdienen, vraagt de gladjakker vertwijfeld. Nee, ook niet, zeg ik.
En ze druipen af richting de lift. De gladjakker voorop, kabouter ijsmuts tuft er achteraan. Ze kijken strak voor zich uit. Weg is de glimlach. Ze drukken op de knop naar beneden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten