woensdag 23 september 2015

Dylan en Springsteen

The Boss in 010. Oftewel de amerikaanse zanger Bruce Springsteen in de Rotterdamse Kuip.

Toen ik ergens in de jaren tachtig uitgenodigd werd om namens het Volksdagblad de Waarheid daarheen te gaan om er een artikel over te schrijven besloot ik gelijk te stoppen met mijn succesvolle loopbaan als popjournalist. Dat ging me te ver.Er zijn grenzen. Genoeg is genoeg. Dat ik naar het geschreeuw van die ordinaire brulaap met zijn met zijn tweederangs orkest zou gaan: uitgesloten. En dan ook nog in het Feijenoord stadion. Forget it.

En nu verschijnt er een boek met artikelen omdat 40 jaar terug zijn plaat "Born to Run" verscheen. Houdt het dan nooit op met het verval der zeden en de alom om zich heen grijpende smakeloosheid? Triest. In en in triest is het.

En dan is er tegelijkertijd nog zo'n geval. De amerikaanse folkzanger Robert Allen Zimmerman, die zichzelf als artiest Bob Dylan laat noemen, wordt 70 jaar. Blijkbaar reden om een dichtbundel met aan hem opgedragen gedichten uit te brengen.

Zimmerman, een man die niet kan zingen. Zijn teksten zijn onbegrijpelijk. De muziek is onbeduidend. Totaal overschat.
Maar er is een lichtpuntje. Sommige dichters kunnen met woorden iets componeren dat een kunstwerk op zich is. Dat alle onbenulligheid van het onderwerp overstijgt. In deze bundel staat een gedicht geschreven door Ezra de Haan. Een in Amsterdam Oost woonachtige dichter. In bijgaand filmpje draagt hij het voor, niet gehinderd door mijn zure commentaren. https://youtu.be/mxb5BPrFdyI Die luttele woorden zeggen meer aan dan het hele oeuvre van die Zimmerman.


U merkt het, bij het horen van de namen Zimmerman en Springsteen ontwaakt de azijnpisser in mij.

Overigens zij hen het beste gewenst. En allebei gefeliciteerd. Zolang ik maar niet naar ze hoef te luisteren.

En het is maar dat U het weet.

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten