Ik kan helemaal voor gratis en voor niks 8 weken een abonnement op de Volkskrant of het Parool krijgen.
Kranten die op Oostenburg in Amsterdam gevestigd zijn.
Het is een noodkreet.
Een wanhoopsactie.
Een sprong in het duister.
Smekend om mijn hulp.
Ik voel de angst bij de mensen die daar hun brood verdienen.
Al jarenlang hebben ze te maken met minder lezers.
Bezuinigingen op de redactie.
Minder pagina’s.
Verslechterende arbeidsomstandigheden.
Marginalisering.
Ze zitten in de hoek waar de klappen vallen.
Ze vechten tegen de bierkaai.
De nood is hoog.
Het water staat ze aan de lippen.
Ze rekenen op mij.
Op mijn solidariteit.
Ben ik hun reddende engel?
Want ook ik heb voor een dagblad gewerkt.
Als inktkoelie.
Letterknecht.
Slaaf van de deadline.
Voor dagblad Waarheid.
In die tijd werd een krant nog met typemachines, telex, carbonpapier, elastiek, plakband en paperclips gemaakt.
Ze zochten mensen die geen lid waren van de Communistische Partij Nederland, de eigenaar van die krant.
Partijlozen.
Nuttige idioten.
Opportunisten.
Fellow travellers.
Een van hen was ik.
Mijn bijdrage als sterverslaggever mocht niet baten.
Een keihard faillissement maakte er een einde aan.
Voor dat lot vrees ik bij de meeste dagbladen die ik nu 8 weken lang gratis en voor niks kan krijgen.
Een laatste oprisping van een zieltogend bedrijfstak.
Ik heb medelijden met al die beeldschermslaven daar op Oostenburg.
Ooit werden hier schepen gebouwd die de wereldzeeën bevoeren.
Machines in elkaar gezet voor verre landen.
Nu strijden dagbladen hun doodstrijd.
Met gratis abonnementen.
In mijn glazen bol zie ik de toekomst.
De toekomst die onafwendbaar is.
De kranten verdwijnen en die kantoorpanden worden verbouwd.
Tot hotel.
Tot terminal voor touringcarbussen.
Na persmuskieten komen de toeristen.
Met hun smartphone sturen die toeristen berichten naar iedere denkbare uithoek van de planeet.
Gratis en voor niks.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten