Amsterdam is een ideale habitat voor de receptietijger, een personage dat bij iedere partij
of receptie opduikt, zonder dat duidelijk waardoor die aanwezigheid gerechtvaardigd is
terwijl ze handen schudden, korte gesprekjes met willekeurige personen aanknopen,
zich ondertussen overvloedig laven aan de gratis
aangeboden drankjes en bitterballen of vegetarische happen.
De doorgewinterde receptietijger komt vlak na openingstijd binnen en
verlaat de receptie alleen als er
nog een andere receptie op dezelfde dag gepland staat, of als allerlaatste.
Zo heb ik een journalist van een kunstmagazine gekend die als je hem tegenkwam
in de stad altijd een
heel spoorboekje had van openingen van tentoonstellingen die hij de komende
dagen ging bezoeken,
compleet met aanvangstijden en verwachtingen omtrent de kwaliteit van de
te verwachten drank en spijzen.
Op het eind van die avond werd hij vaak starnakelbezopen aangetroffen,
klapwiekend van de drank,
onsamenhangende en onverstaanbare klanken uitstotend.
De kwaliteit van zijn werk was desondanks onomstreden.
Voor de doorgewinterde receptietijger is de maand januari een feestmaand.
Het is namelijk da maand van de nieuwjaarsrecepties.
Iedere zichzelf respecterende organisatie, zet het nieuwe jaar in met een
knallende bijeenkomst,
met optimistische toespraken, muziek en veel drank en spijs.
Veel wordt dit keer verwacht van politieke partijen, er staan immers verkiezingen op stapel in maart, en er is weer een rits aan nieuwe partijen.
En tegenwoordig is het steeds makkelijker om je naar binnen te bluffen.
Je zegt gewoon dat je medewerker van een blog of website met een hip klinkende naam,
of, nog heter,
free lance journalist met diverse opdrachtgevers, waarna je gelijk gaat klagen
over de tarieven voor
free lancers, waarna je ongehinderd op de dranken spijzen kunt storten.
Het is alleen de kunst die informatie te verzamelen, maar dankzij het internet is dat
tegenwoordig een koud kunstje.
Als ik niet zo lui was zou ik zelf zo'n rubriek beginnen,
dat zou wel eens een goudmijn kunnen blijken te zijn.
Als ik niet zo lui was zou ik zelf zo'n rubriek beginnen,
dat zou wel eens een goudmijn kunnen blijken te zijn.
Maar ik doe aan dat hele circus niet mee.
Mij zult U op geen enkele receptie aantreffen, ik blij thuis, in mijn zelfgekozen isolement, waar ik af en toe een berichtje zoals dit op het internet zet.
Ik wil U langs deze onsympathieke en onpersoonlijke weg het beste toewensen.
Proost.
Op 2018.