woensdag 27 mei 2015

culinair journalist.

Ik sta op de brug bij Artis en vraag me af wat ik vanavond eens zal gaan eten. Keus genoeg. In de directe omgeving zitten rond de twintig restaurants.
Op wat voor gronden moet je beslissen welk etablissement je gaat bezoeken? Tips van vrienden en bekenden? Die zullen allemaal een verschillend advies  uitbrengen.  Mijn eigen ervaringen? Dan ga ik bij mijn vriendin eten.
De adviezen van culinaire journalisten dan? Daarvan zijn er tegenwoordig een heleboel. Een beetje teveel als je het mij vraagt. Iedere zichzelf respecterende periodiek heeft wel iemand die met veel graagte die functie vervult. En vervolgens op kosten van de baas of van de uitbater van de een of andere meestal hippe  tent mag eten en drinken. En dan vaak ook nog geld toe krijgt om er een stukje over te schrijven. Heerlijk beroep. Een luizebaan. Kat in 't bakkie.
 En U begrijpt, aan die beoordelingen kun je niet veel waarde hechten. Johannes van Dam, de in 2013 overleden aartsvader van het genre, gastronomisch goeroe, betweter en azijnpisser, vertelde me ooit dat zijn cijfers altijd  te hoog waren. Dat moest.   Anders kreeg hij ruzie met de advertentie afdeling, want die merkte dat als Johannes  een 5 of een 6 gaf het aantal annonces van restaurants in de krant flink daalde. Dus gaf hij alleen een zes als hij na het eten brakend boven de wc pot had gehangen en een 5 als ze zijn maag hadden moeten leegpompen.
Zelf heb ik de afgelopen tientallen jaren me uitgebreid laten fêteren in hotels, restaurants en op wijnproeverijen in binnen- en buitenland. En U begrijpt nooit een onvertogen woord erover gerept. Natuurlijk niet.  Ik ga daar een beetje mijn eigen glazen ingooien. Ik ben gekke Henkie niet.  Dus ook ik ben schuldig. Onderdeel van wijdverbreide  corruptie en valse propaganda.Ik ben een zondaar. Excuses. Vergeef me. Mea culpa, mea maxima culpa.
Maar nu is het mooi geweest. Ik wordt nu culinair  recensent nieuwe stijl. Eerlijk. Recht voor zijn raap. Onomwonden. Zonder blad voor de mond. De waarheid en niets dan de waarheid. Ik ga alle beerputten voor u openen. En wantoestanden in de horecasector genadeloos aan de kaak stellen.
Ik heb laatst een proefilmpje gemaakt. In een te verwezenlijken serie Tips voor de Amsterdamse Horeca. Dat filmpje kunt U hier zien https://youtu.be/zFml2ReFFgQ
Nu zoek ik alleen nog iemand die me  gaat betalen om dit goede voornemen in de praktijk te brengen. 

vrijdag 8 mei 2015

jazz zangeressen

Van Centerfold tot  succesvol jazz zangeres.  Het kan. Ook in ons koude kikkerlandje. Ondanks alles. Onze hypocriete houding.  Onze bekrompen  mentaliteit.  Als je maar wil. En een beetje mazzel hebt.
Jazz zangeressen. Ik hou van het geluid van jazz zangeressen. Zwoel. Uitdagend. Spannend.  Diana Krall. Madeleine Peyroux.  Coralie Clement. Melody Gardot.  Als ze er leuk uitzien is dat mooi meegenomen.Het is natuurlijk een afwijking.  Of er een behandeling voor bestaat weet ik niet. Electroshocks misschien? Lobotomie? Zware medicatie?
Maar nu iets anders. Jazz zangeres zijn in Nederland. Is er na Rita Reys nog ooit iemand opgestaan die een internationale carriere heeft gemaakt? Of zijn jazz zangeressen in onze zompige moerasdelta veroordeeld om hun geld te verdienen met het verzorgen van achtergrondmuziek bij borrels waar zakendoen en netwerken belangrijker zijn? Een mooie meid in een jurk als zingend behang  bij een bedrijfsborrel. Goed betaald, maar artistiek onbevredigend.
En waar kan ik in mijn stad Amsterdam genieten van  jazz zangeressen? In het Bim huis? Daar staan meestal neurotische toeteraars en piepknor muzikanten. Open avonden van de jazz afdeling van het conservatorium? Daar  kan je soms aanstormende  jazz zangeressen horen.
Van sommigen hoor je daarna nooit meer wat, en anderen verdwijnen in het schnabbelcircuit van waar ze als versiering gaan dienen bij toespraken, openingen en jubilea.
Toch is er een nederlandse  jazz zangeres die al jarenlang internationaal aan de weg timmert. Over de hele wereld concerten geeft.  De ene na de andere CD uitbrengt. Binnenkort gaat werken met de tekstschrijver van Caro Emerald, een ander succesverhaal uit de klei van  onze  polders. Die zangeres is Laura Fygi, die recent een plaat uitbracht waarin ze haar 25 jubileum viert. En dan te bedenken dat ze ooit begon als Centerfold. Hier ziet U een interview met haar https://youtu.be/Lns-N1ymVQs

donderdag 7 mei 2015

De beste Surinaamse dichter

Verlangen naar Paramaribo. Weemoed naar de warmte aan de Waterkant. Een bekend gevoel in de Surinaamse horeca en winkeltjes rondom de Dappermarkt. Om maar eens een plek te noemen.
Graag mag men gesprekken voeren over mi kondre tru. Over de zwoele hitte die als een klamme deken over je heen valt als de vliegtuigdeuren open gaan op de luchthaven Zanderij. Over de geuren van de tropen. De geluiden. Over vogeltjes in kooitjes. Moksi Meti. Baka Bana. Djogo. Players Rum. Over familie, de markt, de toekomst van het land. Over Bouta.
Soms gaan die gesprekken over de dichter Slory. Ogenschijnlijk een haveloze zwerver, die probeert langs het uitgaanscentrum Waterkant (eigenlijk niet meer over dan een verzamling sjofele eet- en drinkstalletjes aan de oever van de Surinamerivier) zijn zelfgeschreven gedichten te verkopen, zodat hij weer bier of een maaltijd kan kopen. In Paramaribo is hij een levende legende. Een fenomeen. Volgens poëzieliefhebbers de grootste dichter van Suriname. Dat wel.
De Amsterdamse schrijver Esra de Haan hoorde dit verhaal, en trok spoorslags naar Suriname.
Op zoek naar Slory. Het werd een moeizame zoektocht. Naar een onvindbare dichter. Een schier onmogelijke onderneming, tot mislukken gedoemd . Slory werd een fantoom. Een schim. Een droombeeld. Een illusie.
Esra de Haan publiceerde een boek over deze zoektocht. Informatief en onderhoudend. Een avontuur dat hem door heel Suriname bracht. Op zoek naar Slory. Zou hij Slory hebben weten te vinden?
Het antwoord geeft Esra de Haan, die leeft en werkt in Amsterdam Oost, onder de link https://youtu.be/ALknWErG53M

dinsdag 5 mei 2015

Het leven en lijden van Wally Tax

Op het laatst was hij een uitgemergelde junk, die met zijn blinde hond door de Blasiusstraat in Amsterdam Oost wankelde. Een schim van de artiest die hij ooit was. Roem, populariteit, succes, hij heeft het allemaal meegemaakt. Het licht van de schijnwerpers was  op hem gericht toen hij met zijn groep The Outsiders in de jaren 60 van de vorige eeuw een toonaangevende rol speelde in de toen zo populaire beatmuziek.  Hij had  hits,  verzorgde legendarische optredens, in de media was hij een graag geziene gast. De wereld lag aan zijn voeten.  Maar de roem eiste zijn tol.
Hij had en chaotisch  leven.  Geldgebrek, drank en heroine speelden een voorname rol.  Wally raakte verstrikt in een web van paranoia,  leugens en sterke verhalen. Hij zou nummers voor Elvis hebben geschreven. Voor Sinatra. Voor Ray Charles.  Het was voor anderen en ook voor hemzelf moeilijk fantasie en werkelijkheid uit elkaar te houden.  Zijn verhalen werden in de loop der jaren steeds onsamenhangender.
De dood van zijn grote liefde, schrijfster  Laurie Langenbach,  in 1984 aan kanker, was een klap die Wally Tax nimmer te boven kwam.
Door zijn ongezonde levenswijze ging zijn gezondheid zichtbaar achteruit . Wally Tax eindigde als  tragische verslaafde die de straten van Amsterdam Oost afschuimde, terend op de roem van vervlogen tijden.
Wally Tax stierf op 57-jarige leeftijd in 2005.  Tien jaar later is er een biografie,  geschreven door Rutger Vahl. Titel:  het leven en lijden van een outsider.
De  muziek  van Wally Tax blijft ondertussen  recht overeind staan. Levend bewijs  is een Amerikaanse vrouw, de  de muziek van Wally Tax voor het eerst hoorde in 2009 en er gelijk verslaafd aan raakte. Sindsdien vloog zij  meerdere malen naar Nederland  om bloemen te leggen bij het graf van de zanger op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.
Onder deze link een interview met Rutger Vahl https://youtu.be/eKBw0aWYdu4

zondag 3 mei 2015

Teun Voeten, oorlogsfotograaf.

Oorlog. Met duizend bommen en granaten. En doden. Gewonden. Verminkten.
Oorlog. Met een meisje. Een heel klein meisje. Zonder armen.
Oorlog. We worden er in deze tijd van het jaar mee doodgegooid. Herdenkingen. Kransen. Optochten. Tentoonstellingen. Ik ben er helemaal klaar mee. Opzouten met die 2e wereldoorlog. Weg met al die krokodillentranen.
Oorlog. Wordt  misbruikt voor politieke doeleinden. Om de heersende macht in het zadel te houden. Om het volk dom te houden. Om af te leiden va de misdaden van  het internationale monopoliekapitaal, het speculantendom, het bankwezen en het militair industrieelcomplex.
Oorlog. Het is ook de voortzetting van de politiek met andere middelen. Was het niet von Clausewitz die iets dergelijk zei?
Oorlog heeft een dodelijke aantrekkingskracht. Voor politici. Voor generaals. Voor frontsoldaten. Voor kanonnenvlees. Voor wie wil sterven voor het vaderland. Voor de goede zaak. Voor het paradijs.
Oorlog. Als je belust bent op sensatie. Als je suïcidaal bent. Als de macho wil uitgangen. Stoer wil doen. De meisjes wil imponeren.
Maar oorlog is ook gewoon bisnis. Voor de zakenman die wapens verkoopt. Voor de professionele soldaat. Voor Florence Nightingale. Voor de rode kruis zusters. Voor de media. Voor de oorlogsverslaggever. Voor de cameramaan.  Voor de oorlogsfotograaf. Zoals Teun Voeten. Hier een interview met hem: https://youtu.be/mnqIh7s33fs
Oorlog. In veel landen in Afrika, het Midden Oosten en Azië worden nu bloedige en wrede  oorlogen uitgevochten. Het nieuws erover komt dagelijks als een lawine over ons heen.
Wat moeten we eigenlijk met al die kennis? En wat kunnen we met al die kennis?

Ik zal het U zeggen. Daar kunnen we helemaal niks me. Het leven is al zwaar genoeg. En  gaat voor ons allemaal slecht aflopen. Daar hebben we helemaal geen oorlog bij nodig. En het is maar dat u dat weet.