maandag 22 mei 2017

Op de balkan ben je gast, in Amsterdam  ben je prooi.    

Het is goed om even uit je comfort zone te stappen. 
De bubbel waarin je leeft te verlaten.
De dagelijkse sleur en routine te doorbreken.
Dat advies hoor je deze dagen vaak.
Je komt terug met een frisse blik op het leven van alledag in onze samenleving.
Een gave samenleving volgens snotneus Mark Rutte, van die goeie ouwe door 
corruptieschandalen geplaagde VVD in een land dat af is en perfect, zoals zwaargewicht 
en schrijver Ilja Leonard Peijffer laatst in een column beweerde.
Een paradijs kortom.
Ik trok de  stoute schoenen aan, verliet mijn hol onder de rook van artis, stapte uit mijn 
aangename comfort zone, mijn verdovende bubbel, doorbrak de geestdodende sleur en 
waagde een sprong in het duister om een verfrissende blik op die onzinnige beweringen 
van Mark en Ilja te verwerven en trok naar de balkan, naar Belgrado, dat tegenwoordig 
en voor zolang het duurt de hoofdstad van Servië is, en nog zichtbare sporen van de 
laatste oorlogen draagt.
Daar bleek dat vele zaken hier in Amsterdam verre van perfect en gaaf zijn.
Dat is de eerste van vele de belangrijkste conclusies van mijn studiereis.
In Belgrado weten ze bijvoorbeeld hoe ze je moeten bedienen in een horecagelegenheid, 
in tegenstelling tot Amsterdam in mijn geliefde reservaat binnen de A10. 
Op je wenken namelijk.
Attent en vriendelijk, zonder opgejaagd te worden kun je er een kop koffie bestellen, 
die fluks wordt geserveerd en lekker en goedkoop is.
En als je dan nog even een tijdje wil nagenieten van het genoten bakkie pleur, 
geen probleem, je kunt er rustig blijven zitten in een ontspannen atmosfeer.
Nee,dan Amsterdam binnen de A 10.
Als het je al lukt een kop koffie te bestellen, komen ze daarna om de haverklap nerveus 
vragen of ze nog iets voor je kunnen inschenken, waarmee bedoeld wordt dat je nu nog 
iets moet bestellen of anders gelijk betalen en zo snel mogelijk oprotten.
Je voelt je een opgejaagd dier, een prooi.
Amsterdam en zijn wereldberoemde gastvrijheid.
Andere optie is dat je tijdenlang genegeerd wordt. 
Dat het je niet lukt de aandacht van het bedienend personeel te trekken, zodat je 
uiteindelijk met een slechter humeur en zonder een consumptie genoten te hebben het 
etablissement verlaat.
Dat is me recent nog enkele malen overkomen in enkele nieuwe hippe horecagelegenheden 
in de Javastraat in de Indische buurt van Amsterdam, wat trouwens op een andere manier 
een soort balkangebied is.
Hippe jongens, met baarden, knotjes en tattoo’s genoeg en dames die het druk hadden 
met nagels lakken en lippen stiften, maar bediening, laat staan service, ho maar.
Mijn frisse blik, opgedaan buiten mijn comfort zone, buiten mijn bubbel kan maar tot een 
conclusie leiden: Op de balkan is het een stuk beter dan in Amsterdam.
In het cafe tenminste.  
Op de balkan ben je gast, in Amsterdam ben je prooi.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten